Van Auburn naar Seattle

Hallo allemaal.

Dinsdag zijn we vanuit Auburn eerst naar Tacoma geweest. Dit zijn overigens beide steden die bij groot-Seattle horen. Tacoma heeft een groot stadspark, Point Defiance Park, waar onder andere een dierentuin, diverse tuinen, strand en wandelpaden aanwezig zijn. We hebben een ronde gemaakt langs diverse uitkijkpunten en de stranden. Op weg naar de ‘uitgang’ kwamen we een uit de dierentuin ontsnapt wasbeertje tegen.
Vanuit Tacoma hebben we onze route vervolgd naar Port Angeles, onze eindbestemming van die dag. Onderweg hebben we nog een korte stop gemaakt bij Port Gamble, een dorp met gekleurde, houten Victoriaanse huizen.

Woensdag was de eerste dag van ons bezoek aan het Olympic National Park. Dit is een heel groot park dat niet in één dag rond te rijden is. Het bestaat uit een bergketen, met als hoogste berg Mount Olympic. Het grootste deel van het park is ongerepte natuur (vooral bos) en niet toegankelijk. Het westelijk deel van het park bestaat voor een groot deel uit regenwoud.
Ons eerste doel van deze dag was Hurricane Ridge, een uitkijkpunt op 17 mijl (27 km) van de rondweg. Met mooi weer heb je er prachtige uitzichten op de bergen. Gelukkig hadden we redelijk goed weer met alleen wat bewolking. De eeuwige sneeuw op de bergtoppen was goed zichtbaar.
Helaas is door de luchtvervuiling van o.a. de stad Seattle het zicht nooit meer 100%. Met zoveel Amerikanen in de buurt (en nog steeds veel onzuinige auto’s) zal hier ook niet snel verandering in komen. Maar ook de talloze toeristen, die per ingevlogen Boeing aankomen, zijn hier schuldig aan.
Om het park loopt één snelweg, van waaraf heel veel natuurschoon is te bewonderen.
Onderweg hebben we een lunchpicknick genoten bij een mooi bergmeer, heerlijk in de zon.
’s Middags zijn we naar Rialto Beach gereden. Een heel bizar strand, het ligt bezaaid met kale bomen. Langs de hele westkust van het Olympic National Park zijn bomen op het strand te vinden. Samen met de grote rotsen in het water zijn deze stranden wel bijzonder mooi. Ook op het strand bij Kalaloch, waar we hebben geslapen in een huisje, liggen bomen. Bij onze avondwandeling op het strand hebben we zelfs mosselschelpen en een zeester gezien.

Toen wij ‘s avonds zaten te eten in het restaurant zagen we een auto vanaf de huisjes stoppen bij het restaurant. Uit de auto kwamen 3 wat oudere, maar zeker geen slecht ter been zijnde mensen, stappen en het restaurant ingaan. Het verst gelegen huisje ligt hooguit 200 meter van het restaurant af! Hierna volgden nog meer auto’s!! Maar ja wat wil je ook als een liter benzine € 0,55 kost. Gelukkig zien we ook veel meer hybride auto’s rijden (Prius, Civic, maar hier ook andere merken) dan bij ons.

Donderdag zijn we verder gegaan met onze route rond het Olympic National Park. We hebben het Quinault Rain Forest bezocht en daar een korte wandeling door het regenwoud gemaakt. Het regenwoud is heel mooi, uiteraard heel groen en er groeien heel veel varens. De bomen zijn bedekt met mos en soms lijken er hele ‘gordijnen’ met slierten planten aan te hangen. Wij hadden zonnig weer, maar bij slecht weer kan het er hier best een beetje angstaanjagend uitzien.
Na de natuur is het tijd voor de stad. Vanuit het Olympic National Park zijn we doorgereden naar Seattle. Het is een prachtig gezicht deze stad met wolkenkrabbers ineens te zien opduiken. Doordat het gebied nogal heuvel-/bergachtig is zie je de stad niet ver van te voren al liggen.
Ons hotel ligt middenin het centrum zodat we de auto een paar dagen kunnen laten staan. Het openbaar vervoer is in het centrum van de stad tussen 6.00 uur en 19.00 uur gratis. Ideaal dus. We hebben ’s middags een stuk gelopen om een indruk te krijgen van de stad en om te kijken waar ’s ochtends kunnen ontbijten. Het ontbijt is niet inbegrepen en in het hotel (Sheraton) nogal duur.

We hebben een bakkerij gevonden en daar zijn we vrijdagochtend geweest om de dag te beginnen met een zoet broodje en een beker koffie/chocolade (a 350 ml, kleinste optie). Na het ontbijt zijn we naar de markt geweest, Pike Place Market. Dit zijn diverse markthallen waar van alles wordt verkocht. Er zijn kraampjes, maar ook vaste winkeltjes en cafés. Bij één viskraam wordt zelfs met vis gegooid, een echte toeristenattractie.
De Aziatische wijk in Seattle viel een beetje tegen. Er is wel een rijkelijk versierde toegangspoort, maar geen straatjes met Chinese neonreclames. Er is één grote supermarkt met een foodcourt (grote eethoek met diverse afhaalmogelijkheden). Daar hebben we geluncht bij een Thais afhaaltentje. Het was erg lekker, maar zoveel dat we vanavond niet meer gegeten hebben dan een zakje chips.
Pioneer Square is het oude centrum van de stad. Er zijn nog prachtige gebouwen te vinden en leuke pleintjes waar iedereen heel relaxed geniet van de zon. In deze wijk staat ook de Smith Tower. Een smalle toren van 42 verdiepingen. Op de 35e verdieping kun je naar buiten en rond het gebouw lopen. Uiteraard heb je dan een prachtig uitzicht op alle kanten van de stad. Ook kun je hier vandaan de Space Needle zien, het boegbeeld van de stad. Vanaf deze toren kun je ook de stad overzien. Morgen gaan we naar het stadsdeel waar deze toren staat, het Seattle Center. De volgende keer lezen jullie wat we daar gedaan hebben.

Groetjes, Yv en Ro