Great Lakes - deel 2

Hallo, hier weer een update vanuit Amerika.

Woensdag 5 september blijven we in Shipshewana. Voor we vandaag de deur uitgaan hebben we ons eerst goed ingesmeerd met zonnebrandcrème. Sinds we aankwamen is het hier al 30 graden of warmer overdag en rond de 23 tot 25 graden in de nacht. En vandaag wordt ook weer een zonnige en warme dag en zijn we lange tijd buiten.
We gaan vandaag naar de Fleamarket. Een soort grote vlooienmarkt, boerenmarkt en 'gewone' markt ineen, met in totaal 900 kramen. Het is de grootste markt van het midwesten van Amerika. Als je hier niet kunt vinden wat je zoekt dan houdt het op, dat idee hebben we een beetje. Van tweedehands spullen, antiek en meubels tot sokken, shirts, huishoudelijke spulletjes, kerstartikelen en allerhande snuisterijen. Er zijn zelfs een paar eetkraampjes met Amish eten/snacks. Pretzels, Amish pie (deeg gevuld met diverse smaken 'jam' en dan gefrituurd) en een Amish bakker.
Ook is er een antiekveiling, in een hal. Daar staan zeker 20 veilingmeesters (met microfoons en versterkers) verdeeld over de hal van allerlei antiek te veilen. Het is echt een gigantische herrie binnen.
Er is op het terrein ook een hal waar vee wordt geveild. Dat is iedere woensdag en vrijdag, het hele jaar door. Dus ook op momenten dat er geen markt is. Op de veiling komen veel boeren uit de aangrenzende staten af. We hebben even staan kijken, het gaat echt heel snel. De veilingmeester is absoluut niet te verstaan, zo snel spreekt hij. Ook wordt de koe (of koeien) even binnengelaten, wordt er vermeld hoeveel deze weegt en dan kan er geboden worden. De koe wordt intussen door een andere deur weer afgevoerd. Het is echt lopende band werk.
Na de markt zijn we nog even naar het kleine centrum van Shipshewana geweest. Daar zijn voornamelijk leuke, kleine winkeltjes van zelfstandigen.

Donderdag 6 september is weer een reisdag. We gaan van Shipshewana naar Detroit. Maar wel met een lange stop vlakbij onze eindbestemming.
In Dearborn, ten westen van het centrum van Detroit, ligt The Henry Ford. Er zijn 3 musea/onderdelen die je kunt bezoeken. Het Henry Ford museum of American innovation, Greenfield Village (openluchtmuseum) en je kunt een Factory Tour maken. Wij hebben de combinatie van museum en fabriekstour gemaakt. We zijn met de laatste begonnen. De fabriek van Ford staat een eind verderop en je wordt er met een shuttlebus naar toe gebracht. Ter plaatse worden er twee films vertoond. De eerste over het ontstaan van Ford. Henry Ford wilde graag een betaalbare auto die niet iedere 2 mijl kapot gaat en heeft in 1903 Ford Motor Company opgericht. In 1908 kwam de T-Ford op de markt, dat is een hele populaire auto geworden. In 1910 is er zelfs een nieuwe fabriek gebouwd, waarbij voor het eerst de lopende band werd geïntroduceerd in de auto-industrie. Daardoor konden de auto's veel sneller worden geproduceerd. De tweede film gaat over het productieproces en de innovatie door de jaren heen van de F150 (een grote pick-up auto). Daarna kun je met de lift naar boven voor een uitzicht over het hele fabrieksterrein. Een heel groot deel van het dak is belegd met groene plantjes, goed voor het milieu en het isoleert heel goed. Het onderdeel waarvoor je naar de fabriek gaat volgt daarna. Je kunt van bovenaf een route lopen waarbij je de hele productie van de Ford F150 pick-up kunt zien. (Dat is de enige auto die hier nog wordt geproduceerd.) Je kijkt de mensen op de werkvloer dus eigenlijk op de vingers.
Na deze tour zijn we met de shuttlebus weer terug gegaan en hebben we het museum bezocht. Hier is echt van alles te zien. Uiteraard veel auto's, maar ook een vliegtuig, treinen, landbouwvoertuigen, meubels. Ook zijn er een paar tentoonstellingen over de ontwikkelingen door de jaren heen. De bekendste items van het museum zijn de presidentiële auto's, waaronder de auto waarin John F Kennedy is vermoord, en de Rosa Parks bus. De bus waarin de donkere vrouw Rosa Parks in 1955 weigerde op te staan voor een blanke passagier, een gebeurtenis die wel gezien wordt als het begin van de protesten tegen rassensegregatie.
Na onze lange stop in Dearborn was het nog een klein half uurtje naar het centrum van Detroit.

Vrijdag 7 september hebben we eerst een ritje gemaakt in de People Mover. Een soort bovengrondse metro, zonder bestuurder. We zijn uitgestapt vlakbij het water. Detroit ligt aan de rivier Detroit. Aan de andere kant van de rivier ligt de stad Windsor, maar dat is Canada! De rivier vormt dus de grens. Langs het water ligt de Detroit Riverwalk, een wandel- en fietspromenade van 3,5 mijl, ruim 5,5 kilometer. We hebben op deze promenade fietsen gehuurd en zijn aan het einde doorgefietst naar het eiland Belle Isle Park. Een groot, groen park in de rivier met mooie uitzichten en diverse bezienswaardigheden zoals een aquarium, museum en natuurcentrum. Alles op het eiland is gratis te bezoeken. Auto's die het eiland op komen moeten voor de auto betalen, fietsers en voetgangers mogen voor niets het eiland op.
Nadat we de (niet al te beste) fietsen weer hebben ingeleverd hebben we nog even rustig gezeten op de boulevard, in een strandstoel. Lekker hoor. Daarna zijn we het centrum weer ingelopen, richting Greektown. Een kleine wijk waar veel Grieken zijn neergestreken en waar ook nog diverse Griekse eetgelegenheden zijn. Vandaag dus lekker Grieks gegeten en bij de Griekse bakker ernaast een baklava en honing-kaneelkoek als toetje gekocht.

Groetjes, Ronald en Yvonne